Gustave Courbet (1819-1877)
Courbet, de vader van het Franse realisme, werd in 1819 geboren in het provinciestadje Ornans. Ontevreden over het traditionele onderricht aan de Ecole des Beaux-Arts in Parijs, nam hij les aan particuliere kunstacademies en onderwees zichzelf door in het Louvre oude meesters te kopiëren. Hierbij vatte hij een bijzondere voorliefde op voor het werk van Caravaggio en Velázquez. Courbet exposeerde voor het eerst tijdens de Salon van 1844. hij had radicale politieke opvattingen en weigerde het légion d’honneur dat hem door Napoleon III werd aangeboden. Hij was een aanhanger van de Commune en in 1871 werd hij gevangengezet voor medeplichtigheid aan de verwoesting van de Austerlitz zuil op de place Vendôme.Courbet werd veroordeeld tot betaling van de herstelkosten en vluchtte in 1873 naar Zwitserland, waar hij bleef wonen tot aan zijn dood in 1877.
♦ Atelier van de schilder ♦
Wordt terecht gezien als voorbode van de moderne kunst. Hoewel het schilderij de vorm heeft van een klassiek historiestuk draait het geheel en al om eigentijdse kwesties: de veranderde verhouding tussen stad en platteland, de behoefte aan een nieuwe verstandhouding tussen de kunstenaar en de alledaagse wereld van gewone mannen en vrouwen, de plaats van de kunst in het brede scala van politieke, maatschappelijke en culturele ideeën die toentertijd gangbaar waren, de effecten van de nieuwe, postrevolutionaire orde op de stabiliteit van het dagelijks leven.
Maar het was ook een hoogst persoonlijk werk. Courbet omschreef het schilderij als een ‘echte allegorie, die zeven jaar van mijn artistieke en morele leven samenvat’. De symboliek van het schilderij dringt zich op, het is bedoeld om te worden gelezen.
De aandacht wordt direct getrokken door het naakt rechts van de schilder: geen geïdealiseerde schoonheid maar een met al haar onvolkomenheden weergegeven vrouw.
Een tweede naakt, links van de schilder en het doek dat hij schildert, is in het halfduister geplaatst en minder goed zichtbaar. Het is een type naakt zoals dat toentertijd wel gebruikt werd in academies, in een onnatuurlijke pose.
Dit tweede, in dit geval mannelijke naakt, is door Courbet letterlijk en bewust in de schaduw gezet.
Courbet beschouwde de wereld rondom hem als belangrijker dan de wereld van de kunst. Dat laat hij dan ook duidelijk tot uitdrukking komen in zijn schilderij. Wat telde was het ware kunstenaarsoog, gesymboliseerd door de gedreven schetsende figuur rechts naast het vrouwelijke model.
Voor Courbet betekende de wereld om hem heen meer dan hetgeen de toenmalige kunstwereld de moeite waard vond om aandacht aan te besteden.
Hij schilderde gewone mensen, maar ook tekent hij vrienden en bekenden van importantie. Het feit dat hij zoveel lieden van allerlei standen door en bij elkaar portretteert kan gezien worden als een duidelijk politiek statement.
Het werk heet een allegorie te zijn omdat vrijwel alle figuren en voorwerpen op het doek een eigen betekenis in zich dragen.
De compositie is opgezet in een afzonderlijk uitgewerkte linker- en rechterhelft, met centraal in het midden, aan de ezel, de kunstschilder zelf. Het atelier als weergegeven is grotendeels fictief, alsook de schetsachtig en uiterst wazig weergegeven achtergrond, die de contouren van klassieke bouwwerken lijkt weer te geven.
- Figuren links
Van de zittende man links met de jachthond is wel gesteld dat het Napoleon III moet zijn geweest, maar de meningen onder kunsthistorici lopen daarover nog altijd uiteen. Het refereert in elk geval aan Courbets eigen passie voor de jacht. Rechts naast de jager prijst een koopman zijn waren aan bij een kleurig geklede jongleur en een man met een hoge hoed, voor wie Courbets revolutionair gezinde grootvader model stond. Linksachter de jagersfiguur zien we, in een lichte jas, een veteraan uit de Franse Revolutie, zoals Courbet die in zijn jeugd in de omgeving van zijn grootvader veelvuldig tegen moet zijn gekomen.
- Figuren rechts
In een groepje rechtsboven, met de donkere bril en het kalende voorhoofd is de anarchist Pierre-Joseph Proudhon te herkennen, een goede bekende van Courbet, bekend geworden om zijn uitspraak "eigendom is diefstal".
Links naast hem staat de bebaarde kunstverzamelaar Alfred Bruyas, die zijn mecenas was. Geheel rechts, verdiept in een boek en afzijdig van het tafereel, zit de dichter Charles Baudelaire, met wie Courbet vele polemische discussies voerde: Baudelaire was de profeet van het destructieve en de schoonheid van het verval, waar Courbet het geloof in de vooruitgang predikte. Baudelaires maîtresse Jeane Duval, die door de dichter werd vergeleken met een tovenares, is ook te zien, rechtsachter in een lichte jurk, terwijl ze in een spiegel kijkt.
♦ Realisme
Deze term werd rond 1846 gemunt door Courbet en zijn kring tijdens een van hun gebruikelijke ontmoetingen in de Brasserie Andler, vlakbij het atelier van de kunstenaar. De term moet worden gezien als tegenhanger van het naturalisme. Terwijl naturalisme verwijst naar een manier om de zichtbare wereld weer te geven, verwijst realisme naar het onderwerp: de weergave van het eigentijdse leven zoals het werkelijk is, hoe brutaal en verontrustend ook. ♦ Zelfportret
Opvallend is dat Courbet, ondanks zijn pleidooi voor het realisme, het niet kan laten zichzelf achter de ezel met enig gevoel voor zelfverheerlijking af te beelden. Hij plaatst zichzelf volledig centraal, als een meesterschilder, met een grote hoeveelheid lieden om hem heen die zijn glorie extra onderstrepen. Hij geeft zichzelf flatteus weer, en profil en niet, wat logisch zou zijn geweest, van op de rug. De wijze waarop hij zijn penseel hanteert is bijna majestueus. Het past bij het beeld dat van Courbet bestaat als een man die ondanks zijn sympathie voor het gewone volk en zijn afkeer van opsmuk, toch behoorlijk eerzuchtig was.
Het meest opvallende aan Het atelier van de schilder is misschien wel de manier waarop Courbet de achterwand van het atelier heeft ‘opgelost’ om de binnenruimte te laten vervloeien met het landschap daarbuiten. Zoals hij later zei, wilde hij het laten voorkomen alsof de hele wereld zich aan hem presenteerde om te worden geschilderd.
Bron: John Tompson
wikipedia