Jan van Eyck
1390, Maaseik - 19 juli 1441, Brugge, België
♦ Het huwelijk van Giovanni Arnolfi (1434) ♦
Jan van Eyck schilderde en documenteerde hier, in zijn uiterste en realistische en kleurrijke stijl, een gebeurtenis uit het dagelijks leven in de stad: het huwelijk van Giovanni Arnolfi.
De man draagt een op een schapulier ( schouderkleed voor leden van de oudere orde) gelijkende mantel van nertsbont en een grote brede hoed. Het is de Italiaanse koopman Arnolfi, die het Lucchese-bedrijf van Marco Guidecom runde in Brugge, de stad waar Jan van Eyck woonde en werkte. Uit documenten weten we dat zijn vrouw Jeanne (Giovanna) Cenami heette en geboren was in Parijs, maar net als hij van Italiaanse komaf was.
Op dit schilderij is zij gekleed met een zwaar, groen kleed en strekt ze haar hand uit naar Arnolfi. Die houdt zijn rechterhand geheven in wat wel op een zegening kan lijken, maar misschien ook de houding bij een eed was, de zogenaamde fides lavata. Arnolfi kijkt de toeschouwer aan, al is zijn blik zelf afgewend. De ogen van Giovanna Cenami zijn deemoedig neergeslagen.
♦ Diagnose
Belangrijkste verschijnselen: Kleed bijeengepakt ter hoogte van de buik.
Nevenverschijnselen; Jonge vrouw in modieus trouwkleed.
Klinische diagnose: Pseudozwangerschap
♦ Bespreking
Arnolfi's bruid is hoogstwaarschijnlijk niet zwanger. Ze houdt het met bont afgezoomde voorkant van haar kleed samengepakt voor haar buik. Sommige kunstcritici hebben daaruit geconcludeerd dat de gezwollen contouren van haar buik op een zwangerschap wezen.
Toch is dit niet meer dan een ritueel gebaar, volledig passend bij de conventionele opvattingen uit die tijd in verband met familie en huwelijk en bedoeld om vruchtbaarheid te symboliseren. Het gaat immers om het trouwportret van het paar. Het schilderij is de visuele weergave van die gebeurtenis en deed ook dienst als een huwelijkscertificaat, want het bewijst de aandacht van de schilder voor die gebeurtenis en zijn getuigenis door de inscriptie op de achterste muur: 'Johannes de Eyck fuit hic' ('Jan van Eyck heeft dit gemaakt'). Er is trouwens nog een tweede bewijs van die getuigenis, gereflecteerd in de bolle spiegel aan dezelfde muur. De spiegel toont de hele kamer en is omzoomd met 10 tafereeltjes uit de passie van Christus. Het gebruik van een inscriptie illustreert de groeiende nood van geschreven bewijzen van legale transacties, een ontwikkeling die samenging met de aanvaarding van de Romeinse wet. Je mag deze inscriptie dus niet uitleggen als louter een signatuur. Het heeft kracht van getuigenis, net als een handtekening in een officieel register.
Het was in de 13de eeuw nog gebruikelijk dat de bruid en bruidegom elkaar huwelijkstrouw beloofden zonder de aanwezigheid van een priester als officiële getuige. De 'dextrarum junctio' - het vasthouden van elkaars rechterhand - en de plechtige belofte van de bruidegom werden beschouwd als een wettelijke verbintenis.
Opmerkelijk is wel dat Arnolfi hier de linkerhand aanbiedt. Dat zou erop kunnen wijzen dat het om een morganatisch huwelijk gaat (ook wel 'huwelijk met de linkerhand' genoemd), tussen 2 partners met een ongelijke status, wat een aantal consequenties had voor de erf- en opvolgingsrechten.
Van Eyck beeldde dit burgelijke interieur met de houten vloer uit alseen thalamus , een huwelijkskamer, waaraan hij een aantal symbolische voorwerpen toevoegde met ofwel een verborgen betekenis of een theologisch of moreel commentaar op het gebeuren.
Zo wordt de alledaagse bolle spiegel een 'speculum sine macula' (een onbevlekte spiegel), verwijzend naar de zuiverheid van de bruid, die volgens traktaten uit die tijd, ook kuis te blijven als getrouwde vrouw.
De hond op de voorgrond - altijd een symbool voor toewijding - staat voor de huwelijkstrouw.
De rode alkoof rechts - een verwijzing naar het Hooglied van Salomon - symboliseert de bruidskamer.
De kurken klompen links - de bruidegom is er net uitgestapt en heeft ze laten liggen - verwijzen naar het bijbelboek Exodus: 'Trek je schoenen van je voeten want de plaats waar iji nu staat, heilige grond is, dat' (Exodus 3, 5).
De brandende kaars in de kandelaar - een huwelijks kaars - lijkt te verwijzen naar de iconografie van de Boodschap aan Maria.
Het onderstreept het mariologisch karakter van het schilderij. Speciaal bedoeld voor de vrouwen was de Mariaverering een wezenlijke factor in de 15de eeuwse huwelijkszeden.
De appels op de vensterbank zinspelen op de zondeval en waarschuwen tegen zondig gedrag.
Aan de achterwand hangt een stel glazen gebedskralen. Zulke kralen waren een typisch geschenk van een vooruitziende echtgenoot van zijn geliefde vrouw. Ze waren bedoeld als een symbool voor zijn wens dat de vrouw rustig en devoot zou blijven.
Vrouwen werden ook verondersteld het huishouden te beredderen en dus hangt er ook een borstel aan de muur naast de bedstede. Het symboliseert het 'Ora et labora' ('Bid en werk') de dagelijkse taak van een christenmens.
Het bed is versierd met een sculptuur van de heilige Margriet, de patroonheilige van het kraambed.
Bron: Jan Dequeker