José Aparicio e Inglada
1770, Alicante - 1838, Madrid, Spanje
Patriottische wachters staan de van honger stervende burgers van Madrid bij tijdens de Franse invasie.
♦ Honger in Madrid (Hambre en Madrid), 1818 ♦
Hoewel José Aparicio e Inglada met zijn schilderijen ongetwijfeld didactische en moraliserende bedoelingen had, zijn ze eigenlijk eerder retorisch, theatraal en pluimstrijkerig, wat hun onveranderlijk succes in officiële kringen verklaart.
Hij werd overigens zeer populair met zulke patriottische en nationalistische werken als Honger in Madrid.
♦ Diagnose
Belangrijke verschijnselen: Ernstige oedeem van de onderste ledematen.
Nevenverschijnselen: Arme, hongerige vrouw eet restjes van koolbladeren.
Klinische verschijnselen: Hongeroedeem.
♦ Definitie: hongeroedeem
Oedeem als gevolg van hongerlijden of va.n een slechte voeding. Te wijten aan een abnormaal lage plasmaproteïneconcentratie in het bloed.
♦ Bespreking
'Je kunt de straat niet afwandelen zonder dat zelfs de meest verharde hart week wordt bij het horen en zien van mensen die klagen dat ze niet eens een ontbijt hebben gehad, hoewel het al zes uur in de namiddag is, of anderen bij wie de dood al op hun gezichten getekend staat. Nog anderen vallen flauw van zwakte, terwijl weer anderen al gestorven zijn. Hier zie je een groep kinderen, in de steek gelaten door hun ouders en schreiend om brood. Daar loopt een weduwe geheel vervuild en misvormd. En nog iets verder een meisje, van wie we aannemen dat ze bedelt, teneinde haar kuisheid niet te compromitteren'.
Deze beschrijving, gepubliceerd in de krant Diario de Madrid van 27 augustus 1812, wordt in beeld gebracht in dit schilderij Honger in Madrid van Inglada.
Bij deze hongersnood stierven 20.000 mensen tussen september 1811 en augustus 1812. Hij was i eerste plaats veroorzaakt door guerrillabendes die de aanvoerroutes naar de stad blokkeerden en zo voor de meeste stedelingen onmogelijk maakte voedsel te vinden. De Franse bezettingstroepen slaagden er maar niet in voedselvoorraden aan te leggen of de wegen onder controle te krijgen.
Zelfs de goed van fondsen voorziene liefdadigheidsvereniging, opgericht door de Fransen, kon het grote aantal van honger stervende stedelingen niet aan.
Bron: Jan Dequeker