Pieter Brueghel de Jonge
1564, Brussel - 1667, Antwerpen, België
Pieter Breughel de Jonge was de oudste van 2 zonen, die kort na het overlijden van hun vader, Pieter Breughel, geboren waren.
(de vader spelde zijn naam als 'Breughel' tot 1559, daarna als 'Brueghel'. De zonen behielden de 'h' in de spelling van hun namen)
De jonge Breughel is ook bekend als de Hellebreughel vanwege zijn voorliefde van kobolden, vuur en groteske figuren.
Hij maakte carrière in Antwerpen, waar hij in 1585 meester in de gilde werd. Hij is het best bekend als kopiist van de schilderijen van de schilderijen van zijn vader, die al even populair als schaars waren.
Op zijn eigen doeken, zoals De dorpskermis en De kruisiging toonde hij een stevige greep te hebben op ruimte en beweging.
Zijn zoon Pieter Breughel III (1589-1640?), was ook in de eerste plaats kopiist.
♦ De zeven werken van barmhartigheid ♦
Alle werken van barmhartigheid worden hier op een folkloristische wijze afgebeeld.
De kreupele in de voorgrond, die op zijn buik voortglijdt met zijn hand in een schoen en zijn benen in de lucht, hoopt een stuk brood te pakken te krijgen.
Hij is een wel zeer ongewoon schepsel.
♦ Diagnose
Belangrijke verschijnselen: Onderste ledematen in overstrekking aan de heup. Sterke bovenste ledematen. Dorsale kyfose.
Nevenverschijnselen: Arm geklede, maar goed doorvoede man.
Klinische diagnose: Aangeboren agenesie van het heiligbeen als deel van een regressie van de staartbeen.
♦ Definitie: agenesie van het heiligbeen (sacrale agenesie)
Onvolledige of volledige ontwikkeling van het heilig been kan vergezeld gaan van een verlamming van de onderste ledematen en problemen met de urinewegen.
Het heiligbeen is een driehoekig gebogen bot dat bestaat uit vijf aan elkaar gegroeide wervels. Het bevindt zich tussen de laatste lendenwervels (boven) en het stuitbeen (onder) en vormt de achterkant van het bekken.
♦ Besreking
De naam sacrale agenesie wordt gegven aan een breed gamma aandoeningen van de lagere gedeelten van wervelkolom en bekken. Dat wijst erop dat een deel van de lumbale wervels, het heiligbeen of het bekken onvolledig of onjuist is gevormd op het moment van de geboorte. Gelukkig gaat het hier om een zeldzame aandoening die maar 1 op de 25.000 kinderen treft.
Als ook de zenuwen die uit het heiligbeen ontspruiten abnormaal zijn, kan dat een aantal zeer verschillende effecten hebben. Het kan de darmen aantasten of de sluitspieren, wat tot constipatie of faecale incontinentie leiden.
Het kan ook de blaas en de sluitspieren van de urinewegen beïnvloeden met urine-incontinentie en infecties van het urinekanaal tot gevolg.
Soms bevat de blaas van patiënten met sacrale agnesie zo veel urine onder een zo abnormaal hoge druk dat die tot beschadiging van de nieren kan leiden. Uiteindelijk kunnen abnormale zenuwen van het heiligbeen diverse graden van verlamming van de onderste ledematen tot gevolg hebben. Dat kan variëren van kleine problemen zoals een onzekere, wankele gang tot het permanente gebruik van een rolstoel.
Men meent meer en meer een verband te zien tussen de ontwikkeling van sacrale agenesie en diabetes bij de moeder. Toch blijft het aantal gevallen zeer klein en is er geen genetische link gevonden.
Prenatale diagnose is mogelijk, maar ongebruikelijk. De meeste gevallen worden pas ontdekt na de geboorte. Soms wordt de diagnose uitgesteld tot het kind ouder is en problemen krijgt zoals incontinentie, infectie van het urinekanaal of verlammingsverschijnselen.
Hoewel sacrale agenesie een zeldzame aangeboren abnormaliteit is, vinden we toch nog voorstellingen van deze misvorming in oudere schilderijen,
zoals in Het gevecht tussen Carnaval en Vasten (1559) van Pieter Breughel de Oude, te zien in het Kunsthistorisches Museum in Wenen, Oostenrijk.
Ook in de tekening De processie van de kreupelen van Bosch (1450-1516) is een dergelijke afwijking te zien.
Bron: Jan Dequeker
De kunstenaar en de dokter kijken naar schilderijen